Stel… je gaat voor je werk naar een training die twee dagen duurt. Het is inclusief een hotelovernachting. Niet heel gek in werkend Nederland toch? Je bereidt je voor. Pakt al je spullen en als je weg gaat zegt iedereen tegen je: wél je best doen hè? Wat doet dat met je? Krijg je er nog meer zin in? Haal je je schouders op? Vergroot het je plezier in de training? Roept het een spanning op? Of….

De training blijkt intensief

De hele dag hoor en zie je nieuwe dingen. Van half 9 ’s ochtends tot in de middag zit je op een stoeltje in een inspiratieloze workshopruimte met een flip-over en een white board in een honderd in een dozijn hotel ergens langs de snelweg. Want dat is zó lekker makkelijk bereikbaar. Het enige wat er buiten te zien is, is een strak gemaaid gazonnetje of, als je geluk hebt, een bosje achter het hotel waar je in je korte pauze een rondje kunt wandelen.

De volgende dag krijg je een toets

Om te controleren of je de dag ervoor wel goed genoeg hebt opgelet. Je moet een bepaalde score halen anders krijg je je certificaat niet en dat zou je baas niet leuk vinden. Spannend! Je belt naar huis om te vertellen hoe het is en weer hoor je: wél je best doen hè?

Wat doet dat met je?

Ga je nu met een gerust hart de toets in of roept het juist meer spanning op? En wat als je straks faalt? Begreep je de stof niet goed genoeg? Deugde de test niet? Was de trainer een eikel of … heb je dan simpelweg niet genoeg je best gedaan?

Motie van wantrouwen

Achja…ik heb het bovenstaande allemaal maar verzonnen. Mijn duim is groot, zoiets gebeurt natuurlijk niet. Alhoewel… ik hoor volwassenen dit zó vaak tegen kinderen zeggen. Op het schoolplein, in het zwembad, bij de sportvelden, ….. Het is bijna niet te turven hoe vaak er word gezegd ‘wél je best doen hè? Het staat zelfs in kinderboekjes! Hoe vaker ik het lees of hoor, hoe opstandiger ik word. Waarom zeggen we dat toch iedere keer weer? Alsof kinderen het anders niet ‘goed genoeg’ proberen? Ze anders er met hun pet naar gooien? Het lijkt wel een motie van wantrouwen! Wat is er mis met ‘van proberen kun je leren’? Experimenteer, probeer, heb plezier en leer!

Wat zeg je dan?

Een oud collega keek me ooit verschrikt aan toen ik me hier vreselijk druk om maakte bij de lunch. Hij realiseerde zich plotseling dat hij dit elke ochtend tegen zijn dochters zei. Tsja… en waarom eigenlijk? Hij had er nog nooit over nagedacht. Het was een gewoonte. Het was een standaardzinnetje geworden. En ik vrees dat hij niet de enige is.

Vertwijfelt vroeg hij: maarre… wat zeg jij dan eigenlijk? Nou gewoon: veel plezier! Geniet van deze mooie dag! Zoiets. Er verscheen een brede lach op zijn gezicht. Je hebt gelijk. Dat is het allerbelangrijkste! Dat zouden we eigenlijk allemaal moeten je zeggen. Precies! Wie volgt?